Standaard en Streefwaarden voor isolatie

Inhoudsopgave

Wat zijn Standaard en Streefwaarden

De Standaard is een aanbeveling van de overheid voor de complete isolatiegraad van een woning, zie ook rvo.nl.
Volg je bij isolatie van de woning de Standaard dan is je woning voorbereid op verwarmen zonder aardgas. Ingrijpende aanpassingen van radiatoren wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Verder geeft de Standaard inzicht in de mate van ventilatie die nodig is in de woning voor een gezond leefklimaat.

Isoleren van een enkel bouwdeel zoals vloer, muur of dak naar de (ideale) Streefwaarde zorgt ervoor dat dit bouwdeel absoluut goed genoeg is geïsoleerd voor alternatieve warmtebronnen. Omdat dit niet altijd mogelijk is, mag je “compenseren” met een ander bouwdeel waarbij dat wel kan. Als het totaal van maatregelen maar aan de Standaard voldoet.

De waarden

Onderstaande tabel bevat het overzicht van de minimale en maximale isolatiewaarden.

 

Minimale waarden die opgeteld tot de standaard leiden

Streefwaarden

Dak

Rc = 3,5 m2K/W (afhankelijk van het isolatiemateriaal 8 -15 cm isolatie)

Rc = 8 m2K/W (ongeveer 35cm isolatie)

Vloer

Rc = 3,5 m2K/W (afhankelijk van het isolatiemateriaal en voertype 7 – 14 cm isolatie onder de vloer)

Rc = 3,5 m2K/W (ongeveer 14cm isolatie)

Gevel

Rc = 1,7 m2K/W (parels, vlokken of schuim in de spouwmuur)

NB Uitsluitend voor naoorlogse woningen

Rc = 6 m2K/W (ongeveer 26 cm isolatie)

Paneel

Indien aanwezig: isolatiewaarde Rc = 1 m2K/W (40 mm sandwichpaneel)

1,4 W/m²K (geïsoleerd)

Ramen en Kozijnen

U-waarde raam = 1,4 W/m²K (HR++ glas)

Uw = 1,0 W/m²K (Triple glas in nieuwe kozijnen)

Voordeur

1,4 W/m²K (geïsoleerd)

1,4 W/m²K (geïsoleerd)

Ventilatie

natuurlijke toevoer en mechanische afzuiging in toilet, keuken en badkamer of gebalanceerde ventilatie met sensorsturing in woonkamer en hoofdslaapkamer

gebalanceerde ventilatie met warmte terugwinning, sturing op toe- of afvoer door CO2-meting

Kierdichting

qv;10 = 0,7 dm3/sm2 (verbeterde kierdichting van ramen en deuren en aansluiting gevel en dak)

qv;10=0,4 dm3/sm2 (verder verbeterde kierdichting van ramen en deuren en aansluiting gevel en dak door een professional)

Toelichting

Al deze maatregelen opgeteld leiden tot de standaard.

Deze waardes zijn binnen de bestaande constructie te realiseren

Al deze maatregelen opgeteld leiden tot een verdere reductie van de warmtevraag dan de standaard. Bij deze waardes wordt meestal de buitenzijde van de woning van een isolatieschil voorzien

Hoe tot stand gekomen

De Standaard is bepaald door middel van een onderzoek in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In het onderzoek worden twee categorieën gebruikt, vóór 1945 en na 1945 gebouwde woningen. Binnen deze twee categorieën wordt dan rekening gehouden met de compactheid van de woning (de verhouding tussen de schiloppervlakte en de gebruiksoppervlakte). Op basis van deze compactheid heeft het huis een hogere of lagere netto warmtevraag. Met deze informatie kan dan een maatregelenpakket worden opgesteld door een Energieadviseur. Met een maatregelenpakket om te komen tot de Standaard zal een na-oorlogse woningen een label A/B kunnen worden (uitgaande van een woning met een HR-ketel, zonder PV-panelen). Bij een vooroorlogse woning kom je tot een label D en een warmtevoorziening op een hoger temperatuurniveau (70 °C) nodig zal zijn. Op de website van Expertise Centrum Warmte worden verschillende type woningen uitgelicht met voorbeeld maatregelpakketten nodig om deze te isoleren tot de Standaard, ervan uitgaande dat deze nooit na-geïsoleerd zijn. Daarbij is enkel naar de warmtevraag van de woning gekeken en niet naar de kosten en baten van deze maatregelen.